Onderzoek inventariseren huismus

Het komt – vanwege zijn beschermde status – geregeld voor dat Loo Plan de huismus moet inventariseren. Jarenlang gebeurde dat volgens het inventarisatieprotocol huismus van het Netwerk Groene Bureaus (NGB). Vreemd genoeg is dit protocol niet eenduidig en hebben de beoordelaars bij de provincies ook zo hun eigen ideeën wanneer je dient te inventariseren, vertelt Marko Sinke.

Om orde te scheppen in de discussie heeft Loo Plan besloten zelf een onderzoek te doen naar de effectiviteit van inventarisaties op verschillende momenten. Sinke: “Het staat buiten kijf dat huismussen rond een uur na zonsopkomst bijzonder actief zijn. Dan zingen ze continu en kan je ze, bij wijze van spreken, langsfietsend inventariseren. Maar als ik rond 12 uur bij een huis kom zingen ze minder. Ik wil weten hoelang ik dan moet posten om alle huismussen te horen. Idem om 11 uur of 13 uur. Dát gaat Loo Plan onderzoeken.”

Daartoe hebben we bij verschillende nesten geluidsapparatuur neergezet om gedurende de dag het aantal roepjes van de huismussen te meten. Als we weten hoe vaak een huismus rond een bepaald tijdstip roept, kunnen we uitrekenen wat de trefkans is als je langsfietst – aangenomen dat je een mus op 50 meter afstand kunt horen. Het lijkt ons handig om voor elk uur van de dag te weten hoe groot het gebied mag zijn dat je fietsend kunt inventariseren om een trefkans van 100 procent te halen.


We gaan de cijfers uitwerken en de resultaten publiceren. Dit zal ons helpen om het bevoegd gezag (provincie) te overtuigen dat onze inventarisatiemethode het juiste aantal mussen oplevert.

Meer informatie?

Marko Sinke
sr projectleider ecologie